De Franse overheid wil waterbeheer terug in eigen handen nemen
Aan het eind van de 18e eeuw werd in twijfel getrokken of de gemeenten doeltreffend waren in het beheren van water. Vooruitgang op het gebied van waterbeheer was van cruciaal belang geworden door de toenemende eisen op het gebied van hygiëne, geneeskunde en drinkwater, waarvoor de plaatselijke besturen verantwoordelijk waren. Hierdoor, en door de groeiende vraag naar water, kwam de Intercommunaliteitswet van 22 maart 1890 tot stand, waardoor gemeenten konden samenwerken aan de verplichtingen die zij alleen niet konden nakomen. In die tijd was de privésector efficiënter: omdat zij wilden dat hun bedrijven groeiden, werkten zij aan het verbeteren van hun diensten en het aantrekken van meer klanten. Tegelijkertijd hanteerde de publieke sector niet dezelfde hoge normen. Zij waren niet even toegewijd was als de privésector om goede diensten te leveren.
In de tweede helft van de 19e eeuw werd water geprivatiseerd. Geconfronteerd met de groeiende vraag van de markt, kozen andere gemeenten ervoor zich te hergroeperen en het waterbeheer aan privébedrijven toe te vertrouwen. Sindsdien bestaan zowel privébedrijven als gemeentelijke verenigingen.
Waterbeheer in Frankrijk
Het delegatiesysteem is in 80% van het land ingevoerd als het Franse model voor waterbeheer. De drie belangrijke bedrijven binnen deze sector zijn: Veolia, Suez, en Saur.
In 2000 begon men na te denken over een terugkeer naar een openbaar waterbeheer, maar dit proces werd niet gerealiseerd vóór 2010, het jaar waarin ook de stad Parijs zich uit de privésector terugtrekt. Volgens de exploitanten van de openbare waterdiensten is dit vertrek te wijten aan verschillende gevallen van fraude en slecht onderhoud van de infrastructuur.
Elk jaar moest de openbare sector verschillende documenten voorleggen waarin de prijs en de kwaliteit van hun waterdistributiediensten werden gespecificeerd. De openbare sector was transparanter geworden dan zijn particuliere tegenhanger. Bovendien was er veel onenigheid over de prijsverschillen tussen de twee, waarbij de privésector hogere vaste kosten en een lagere marge voor variabele kosten had. De publieke sector is, daarentegen, niet gericht op winst. Zij verlaagden, bij overschot, de waterprijzen van het volgende jaar of investeerde zij in zaken van algemeen belang. Afgelopen december besloten drie gebieden in Grand Paris uit Sedif te stappen – de unie tussen Veolia, Syndicat des eaux d'Ile-de-France en inwoners van Île-de-France. Dit besluit was het gevolg van een aanzienlijke daling van het cliënteel van Veolia.
De breuk is het gevolg van het gebrek aan concurrentie, veroorzaakt door hun natuurlijke monopolie, aangezien er slechts drie bedrijven (hierboven genoemd) met waterdistributie zijn belast. Bovendien beschouwt het grootste deel van de bevolking water als een fundamenteel recht van de mens, dat als zodanig niet aan de krachten van de markt mag worden onderworpen, noch vatbaar mag zijn voor de wetten van de markt, waarbij winst het gemeenschappelijk belang kan overschaduwen en tot hogere prijzen kan leiden. Deze mening wordt nog eens bevestigd door de Europese Unie, die water tot gemeenschappelijk goed heeft verheven.
Een parlementair onderzoek naar de controle van de watervoorraden door privébedrijven werd ingesteld vanwege een geschiedenis van vriendjespolitiek en corruptie. Het aantal privé-geëxploiteerde waterdiensten is in slechts 15 jaar gedaald van 70% tot 60%, en het aantal neemt nog steeds af. De krant "le Monde" heeft ook gemeld dat Veolia tweemaal is veroordeeld wegens illegale waterafsluitingen. In Frankrijk is het afsluiten van water bij wanbetaling sinds maart 2013 verboden. Wegens de toenemende waterschaarste in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal België in 2022 een wet aannemen die het afsluiten van water voor huishoudelijke gebruikers verbiedt.
Het nieuw waterbedrijf van de Franse overheid
Eau de Paris, de nieuwe openbare waterbeheerder in Parijs, is meermaals bekroond voor haar onbetwistbare prestaties sinds 2010, waaronder lage waterfacturen. De prijzen zijn nu lager dan vóór de overname door de overheid. Eau de Paris heeft ook sterke sociale innovaties ingevoerd die toegang tot water voor armere gezinnen, daklozen en vluchtelingen vergemakkelijken.
Voor de publieke sector is het algemeen belang de prioriteit. De sector heeft een langtermijnplan voor de openbare waterbelangen: financiering van infrastructuren, maatregelen om de watervoorraden in stand te houden, ect.. In Montpellier bijvoorbeeld, had de openbare waterbeheerder een overschot van 40% en besloot de gemeenschap de facturen met 10% te verlagen en de resterende 30% in pijpleidingen te investeren.
In de privésector liggen de zaken heel anders. De steden Nîmes (Saur) en Évreux (Saur) hebben respectievelijk 30% en 40% van het geproduceerde water in de ondergrond verloren. In Capesterre-Belle-Eau (Veolia) is 70% van het water weggelekt.
In 2010 heeft de Algemene Vergadering van de VN de toegang tot kwalitatief water en sanitaire voorzieningen erkend als een mensenrecht. In 2008 schatte de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UNECE) dat meer dan 100 miljoen Europeanen niet over veilig drinkwater beschikten. Volgens Solidarité Eau Europe "heeft ook vandaag nog 5% van de Europeanen geen toegang tot veilig drinkwater en 10% niet tot sanitaire voorzieningen".
Naast de economische voordelen moeten we er rekening mee houden dat water voor ons allemaal van vitaal belang is. Daarom is het essentieel dat de openbare sector zichzelf telkens hogere normen oplegt, en deze normen voor zichzelf en voor particuliere bedrijven blijft controleren. Op die manier kunnen we ervoor zorgen dat de organisatie die de leiding heeft over het waterbeheer, zal handelen in functie van het algemeen belang: privébedrijven en de publieke sector motiveren om milieudoelstellingen te halen, sociale initiatieven te ondernemen, transparantie te ondersteunen en uitstekende praktijken aan te moedigen.
In België is elk gewest verantwoordelijk voor het waterbeheer. AQUABRU, AQUAWAL en AQUAFLANDERS beheren het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Wallonië en Vlaanderen.
Wilt u meer weten over waterefficiëntie en betere openbare diensten voor watervoorziening? Click dan hier en bezoek onze website.
Sources:
Les écarts de prix de l’eau en France entre les secteurs privé et public (Vanessa Valero), june 2015
Université Paris-Dauphine, 13rd june 2019
Métro politiques (Claire Lévy-Vroelant), 26th june 2017
Cash investigation – L’eau : scandale dans nos tuyaux (Intégrale)